De Scharwoudsche Polders

Weetnix reed op haar paard haar broer een stuk voor zich, wat ging hij hard.
heerlijk weer met haar broer over de hei rijden, wat een vrijheid een goed gevoel.

wat heeft ze dit heeft ze gemist.
vroeger met haar broers met de paarden over de hei.

ze denkt nog es terug aan de tijd dat ze heeft leren paardrijden van haar broers.
wat een mooie tijd.

Ze roept een beetje te hard en te enthousiast.

Hey grey heerlijk wat toch een vrijheid.

Waar ik allemaal geweest ben, ik heb een hele tijd in Utrecht gewoond.
Tot ik jullie mijn familie begon te missen.... toen ben ik op doorreis gegaan.
eerst een vermoeide reis Heusden, Utrecht, Rotterdam en Leiden.

Ik had echt geen vermoeden waar ik jullie kon vinden.

Ik had via, via van jullie gehoord broer iemand wist me te vertellen dat Jullie in Haarlem woonden.

Ja, dat moet mijn vrouw geweest zijn, met wie je gesproken hebt, Joan.

Grey keek even om zich heen, en daarna in de verte naar de rand van het bos.

Ik wou dat ze hier ook was, en dat ik ze de landerijen kan laten zien.

Ja het kan zijn dat het Joan geweest is.
Ik zou haar graag ontmoeten, het moet een goede vrouw zijn, als ik jou verhalen mag horen.

Weetnix ziet haar broer kijken zijn ogen vol weemoed.

Ik hoop dat ze snel weer komt broer en dat ik snel kennis met haar kan maken.

Valiant en de andere 2 heren laten op de heide de teugels vieren en laten de paarden flink draven over de heiden. Verschillende schaapkuddes komen ze tegen en in de verte zien de de de kerktoren van een stad liggen. De paarden worden ingehouden omdat er overal konijnen holen liggen en als daar een paard instapt dan breekt die zijn been. Sir tristan en Boltar draven een duinpan op en schreeuwen naar Valiant, deze draaft met zijn paard de duinpan op.

Beneden aan de duinpan staan een groep lieden met zwarte kappen en lansen. Daar ver vandaag staan 3 vrouwen waaronder de vrouw die ze verleden keer hebben gered* vastgekluisterd aan een boom. De goep zwarte gedaantes schreeuwen bevelen en beginnen te zingen. Boltar schreeuwt het zijn heidenen en heksenjagers de ridders houden de heidenen bezig want die durven niet aan te vallene omdat ze niet weten wie Boltar en Tristan zijn. Valiant rijdt met een wijde boog door de bossen in galop en komt bij de drie vrouwen aan. Vliant doet een kap over zijn hoofd zodat zijn gezicht niet zichtbaar.

Valiant rijdt vanuit de bossen en struikgewas tot dichtbij de dames die eindelijk in de gaten krijgen dat ze van der andere kant door een ridder ter paard worden benaderd. Een van de vrouwen die allen niet onknap zijn zegt tegen Valiant, heerschap doe ons geen kwaad. Valiant vraagt Wie zijn jullie en waarom hebben ze jullie gevangen genomen. De rood harige dame antwoord dat ze werden aangezien voor heksen, maar dat ze van het kasteel Doorwerth zijn en dat ze dienstmeiden zijn Van de Vrouw des Huizes. Ze werden gepakt bij het plukken van kruiden voor de kokin men zij dat ze kruiden plukten om mensen te vergiftigen.

Valiant vindt verhaal aannemelijk en vraagt of ze bewijs hebben dat ze de dienstmeiden zijn van de Vrouw Des Huizes is, Bewijs dat jullie de diensmeiden zijn!!

De roodharige dienstmeid laat een schort zien met het insigne van de graaf, Valiant maakt de boeien los. En vraagt hun namen, Wie wilt dat weten vraagt de roodharige dame. Valiant doet zijn kap af en de roodharige dame valt flauw, voordat de dames wat willen vragen komen enkele zwartjassen uit de groep rennend naar hun toe en al gauw komt de hele groep, Tristan van Roode en Boltar verdwijnen achter de Duinpan. Valiant tilt de roodharige op en legt haar voor over het zadel en een springt achter Valiant op het paard en klemt zich vast, de andere dienstmeid gaat er rennend vandoor.

Valiant maakt de voorsprong groter tussen de zwartjassen deze schreeuwen maar valiant weet dat ze veel sneller zijn en de rennende dienstmeid wordt tijdens het rennen opgetild door Boltar en daarchter komt Tristan van Roode die hard moet lachen om de poets die ze de zwartjassen hebben gebakken. De drie ridders draven met hun bevrijde gijzelaars terug naar het kasteel.

** zie de doortrek van de rotterdamse Dijken.

De heide lijkt verlaten, maar dat schijnt vandaag wordt hier een slag geleverd tussen een groep zwartjassen en soldaten van Arhnem en Heusden.

Valiant heeft de schout van Arhnem op de hoogste gesteld door een ijlbode te sturen. Valiant verwacht tenminste toch wel op zijn steun. Ook uit Heusden hebben ridders zich aangesloten om te vechten tegen de zwartjassen. Valiant overlegt met de heren van Heusden en merkt dat Tristan van Roode en Boltar aan komen draven hun paarden buiten adem. Valiant legt zijn plannen uit, de heren knikken om deze moedigheid van deze heren en stellen hun lansiers ter paard op tussen de bomen. Valiant en Boltar en Tristan van Roode, bewapenen zich met leren wapenuitrustingen en been en dijbeschermers hun wapens bestaan uit een lans, zwaard en schild.



Op dit moment komt de grote groep zwartjassen op de heide aan en zien ze vederop de drie heren staan, de brede leider komt naar voren en roept naar Valiant beledigingen, die zich er niks van aantrekt. De brede man schreeuwt en de grote squadron ruiters vallen aan in galop. De drie heren wenden hun paarden en gaan ervandoor richting de bosrand. Daar aangekomen fluit Valiant en de lansiers van de heren van heusden doemen op tussen de bomen.

De duitsers rijden zich zelf verrast in een haag van speren, getroffen van gillen paarden en mannen vertrapt door de hoeven van andere paarden, de ridders zijn nu met de zwartjassen in gevecht. Meerdre haakbussen gaan af en meerdere lansiers van Heusden vallen getroffen uit het zadel. Valiant hakt een van de haakbussen mannen zijn hoofd eraf en van een ander zijn hand. Boltar en Tristan wordt omringt door zwartjassen maar hakken zich een weg door deze Duitse ridders. Valiant ziet dat er nog een groter groep duitse lansiers aankomt rijden en ziet, daar achter meerdere compangie lansiers van Arhnem aankomen stormen.

De grote groepen Duitse soldaten ziet de overmacht aankomen en stellen zich in gelid op en wordt nu van alle kanten aangevallen. Valiant valt de brede hoofdman en deze verweerd zich behendig en de heusden lansiers rekenen briljant af met de eerste duitse aanvallers, op de plek van de bosrand liggen overal dode soldaten en gewonden. De soldaten van Heusden worden verzorgt en groeperen zich van de 40 lansiers zijn er 12 dood, 13 gewond en 15 klaar voor actie. De brede hoofman wordt na een flink gevecht met Valiant ontwapend en gevangen genomen. Dit is voor de rest van de Grote groep duitsers om zich over te geven.

De grote groep duitse ridders per paard worden door de soldaten van Arnhem en mannen van de schout ontwapend en worden gevangengenomen. Valiant word toegesproken door de schout en hoofd van de ruiterij van Arhnem over zijn optreden. Deze verzamelen hun mannen en voeren de gevangen Duitse ruiterij nu voetvolk zonder wapens naar Arhnem af.

Valiant, Tristan van Roode en Boltar zijn met de heren van Heusde in gesprek en de heren mogen de buit die de manschappen hebben gemaakt houden als schadevergoeding. De heren van Heusden zijn blij met deze schadevergoeding. Zij laden hun gewonden op karren van boeren uit de omgevingen en vertrekken naar hun landerijen.

De drie heren zien dat kraaien zich tegoed beginnen te doen aan de dode soldaten en voetvolk en de dode paarden, Valiant en Boltar en Tristan van Roode hebben alle drie meerdere cavalerie paarden bemachtigd en nemen deze mee als buit en rijdier naar het Kasteel Doorwerth.