Marian de Guillotine komt aan

Nu haar vader ontdekt heeft dat hij een de Guillotine is, geldt dat natuurlijk ook voor zijn tweeling. Marian de Guillotine (Mette) is wat later door kennissen afgezet bij het kasteel en zoekt haar vader, Geoffrey de Guillotine, zodat ze met hem mee kan lopen. In zo'n kasteel verdwaal je snel natuurlijk en alle onbekende familieleden zijn ook een beetje eng misschien.

Papa, waar ben je? Kan ik met je mee?

Geoffrey kwam juist bij de poort aan om te zien dat zijn dochtertje afgezet werdt.

Hey meis, hier is papa.


Kleine Mette vloog papa in zijn armen, die haar optilde, de wachters werden vrolijk va dit gebeuren, eindelijk wat leven in het kasteel.

Papa, mag ik de paarden zien? Mette vindt paarden wel een beetje groot, maar met haar vader durft ze wel.

Mette snapt niet helemaal wie de heer Tristan dan is. Is hij een soort oom? Als Revank? Er zijn veel mensen een soort oom in Haarlem. Ondertussen kijkt ze haar ogen uit. Wat een groot gebouw en wat een drukte. De bewakers zijn zo groot en wat kijken ze streng. Maar ook niet helemaal, want eentje geeft haar een knipoog. Ze lacht naar hem.

Ja papa, knikt ze. Wat moet ik dan zeggen?

Mette kijkt vol ontzag omhoog naar deze grote heer. Hij ziet
er indrukwekkend uit in zijn mooie gewaad. Ze is erg onder de indruk.
Als dochter van een waard is ze natuurlijk wel wat gewend, maar zulk
sjiek volk..

Heer Tristan heeft een heel vriendelijk gezicht en daarom durft ze wel wat te zeggen.

Dag meneer heer.. Ik ben Mette de Gitine. Haar nieuwe naam zit er nog niet helemaal in en haar officiele naam Marian heeft ze ook nog niet helemaal te pakken.

Mag ik naar de paarden?

Ze kijkt ook een beetje verward naar haar vader. Mijn huis? Ga ik hier slapen?